In de (recente) regelgeving rond arbeid1 staat het welzijn in de werkomgeving centraal. De kwaliteit van de binnenlucht speelt hierin een cruciale rol. Zo moet de werkgever ervoor zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen lager is dan 900 ppm of dat een minimumventilatiedebiet van 40 m3/h per persoon wordt gerespecteerd. Bovendien moet de relatieve luchtvochtigheid tussen de 40 en 60 % liggen.
De Europese federatie voor HVAC-specialisten (REHVA) raadt in de strijd tegen covid-19 zelfs aan om de hoeveelheid verse lucht te verhogen en de terugnamelucht volledig uit te schakelen.
Vooral in de winter is de binnenlucht droog. Dit vergt extra aandacht in het ventilatieproces. Een bevochtigingssysteem neemt die taak op zich.
Uit een belangrijk onderzoek uit 1986 is gebleken dat de relatieve vochtigheid (% RV), of de hoeveelheid waterdamp in de lucht, binnenshuis moet worden geregeld tussen 40 en 60 % RV om de overdracht van virussen te verminderen. Er zijn ondertussen vele onderzoeken uitgevoerd die deze richtlijn ondersteunen.
1 Onder meer KB van 2 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen (verschenen in Staatsblad van 21/5/20); KB van 25 maart 2016 tot wijziging van het KB van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden (verschenen in Staatsblad van 14/4/16).